Bij op Dak

Vroeger was bijenhouden een onderdeel van het boeren bedrijf. Tegenwoordig ontdekken steeds meer stedelingen wat een bijzondere hobby bijenhouden kan zijn. Aan gezien ruimte in steden schaarser is op het platteland dient de stadsimker op zoek te gaan naar een geschikte plek om de kasten of korven te plaatsen. In sommige gevallen kan een dak een prima plek zijn om kasten neer te zetten. Bij het verzorgen van bijen op daken heb je met een aantal zaken te maken waar je niet mee te maken hebt als je bijen op de begane grond houd.

Temperatuur
Platte daken kunnen in de zomer erg heet worden. De temperatuur van een zwarte dakbedekking kan tijdens een zomerdag  oplopen tot wel 80 graden. Daarom is het belangrijk dat de kasten goed kunnen ventileren. Als het mogelijk is zou je op extreem warme dagen een aantal keer per dag met een tuinslang of gieter het dak rondom de kasten kunnen bevochtigen zodat de temperatuur van de dakbedekking omlaag gaat.

Bijenkroeg
Zorg er voor dat binnen enkele meters van de kast voor de bijen water te vinden is. Vooral in het voorjaar hebben zijn water nodig om de honing (en suiker) te verdunnen om hiermee de larven te voeden. Ook kunnen bijen met het verdampen van water de temperatuur van de kast omlaag brengen.

Wind
Op daken waait het meer als op de begane grond. Ook is het op daken in de meeste gevallen niet mogelijk om de kasten in de luwte te plaatsen van bomen of struiken. Probeer de ingang van de kasten te beschermen tegen al te harde wind door het plaatsen van bijvoorbeeld een windscherm of grote plantenbakken met hoge planten. 

Werkruimte en veiligheid
Op de begane grond is het prettig om ruimte te om in de kasten te kunnen werken. Op daken is dit misschien nog wel belangrijker. Zorg er voor dat je voldoende werkruimte hebt. Houd afstand van de dakrand en tref maatregelen om de dakbedekking te beschermen.

Misschien overbodig maar wel erg belangrijk: Als je bijenkasten plaatst op (openbare) gebouwen en kantoren, plaats deze dan niet in de buurt van een nooduitgang!